Uitleg over de verschillende soorten afasie. Er zijn geen twee mensen die dezelfde afasie hebben.
Omdat elke persoon uniek is, verschilt ook – binnen bepaalde grenzen – de plaats van de functies in de hersenen van persoon tot persoon.
De soort en de ernst van de afasie worden bepaald door:
- de plaats van de hersenbeschadiging
- de grootte van de hersenbeschadiging.
In de medische wereld zijn veel vormen van afasie beschreven.
De vier hoofdvormen zijn:
- Amnestische afasie
- Broca afasie
- Globale afasie
- Wernicke-afasie
Ook kennen we nog Conductie afasie, Auditieve afasie en Visuele afasie.
Bij de ernstige vormen van afasie komt het voor dat de persoon ”blijft hangen” op een bepaald woord, een bepaalde zin of uitdrukking: een nieuw onderwerp wordt besproken maar de persoon blijft het vorige woord of onderwerp herhalen. Dit verschijnsel wordt perseveratie genoemd.
- Bij mensen met een amnestische afasie heeft de persoon woordvindingsproblemen.
- Hij weet het woord wel, maar kan er niet opkomen.
- Hij weet de betekenis van de woorden wel en kan ze tekenen of er een gebaar bij maken.
Soms worden er klankverwisselingen gemaakt en soms gebruikt iemand een woord wat in dezelfde betekenissfeer ligt.
Mensen met een amnestische afasie zeggen vaak ”Ik weet het wel, maar kan het niet zeggen’ of ‘hoe heet het ook alweer, of het ligt op het puntje van mijn tong’.
Moeite met het vinden van de weg, tijdsbepaling en eten en drinken komen vaak in combinatie met deze vorm van afasie voor.
Communicatietips bij amnestische afasie
- Geef mensen met amnestische afasie de tijd en onderbreek hen niet te snel.
- Moedig hen aan om het op een andere manier te zeggen of te omschrijven wat ze bedoelen als ze niet op het woord kunnen komen.
- Als iemand onder stress staat of moe is, gaat het praten minder goed.
- Probeer een veilige en rustige omgeving te creeëren.
- De meeste mensen met afasie zijn snel afgeleid en kunnen geen gesprek voeren in een rumoerige omgeving. Wees er op bedacht dat mensen met een amnestische afasie het beste functioneren als het rustig is en ze met weinig mensen moeten praten.
Mensen met een broca afasie spreken en schrijven alleen de inhoudswoorden van de zinnen uit of op; deze zinnen lijken op een telegramstijl.
Vaak zijn er woordvindingsproblemen. De persoon doet erg zijn best een woord te vinden; vaak lukt dit helaas niet.
Ook kan het voorkomen dat deze mensen het bedoelde woord niet vinden, maar een woord zeggen dat wel tot dezelfde categorie behoort. Bijvoorbeeld: een persoon zegt ”stoel” in plaats van ”krukje”: beide woorden behoren tot de categorie meubels, maar verschillen wel in betekenis.
Het begrijpen van gesproken en gelezen taal gaat meestal redelijk. Ze proberen de kern uit de boodschap te halen en proberen zo je verhaal te volgen.
Mensen met een Broca-afasie zijn zich meestal erg goed bewust van hun afasie.
Tips voor communicatie met mensen met Broca afasie
- Moedig mensen met een Broca-afasie aan om hun beste communicatie kanaal te kiezen. Soms kunnen ze het woord niet zeggen, maar wel opschrijven.
- Behandel hen steeds als volwassenen.
- Vraag door, en koppel niet te snel je eigen interpretatie aan datgene wat er gezegd wordt: ”ik bank joh, groot, vragen – wel moeilijk hoor, toch gedaan – en gelukt he!”
- Deze uitspraak kan dus van alles betekenen: iemand kan een nieuwe bank uitgezocht hebben, kan de zitbank verschoven of verhuisd hebben, kan een bank gekocht hebben, maar kan ook willen vertellen dat ze voor het eerst zelf naar de bank is geweest en geld gewisseld of een pasje geactiveerd heeft.
- Als je doorvraagt is het van belang de onderstaande vragen voor ogen te houden: over wie of wat gaat het, waar gebeurde het en hoe gebeurde het of hoe zag het eruit.
Mensen met deze ernstige vorm van afasie hebben veel moeite met het begrijpen van de taal en kunnen niet tot nauwelijks spreken. Vaak is er wel één zin die, of woord dat ze herhaaldelijk uitspreken, bijvoorbeeld: “Die, die, die ”,” ’t is me wat”, ”Ja,ja”. De uitingen worden wel met de juiste intonatie en klemtoon uitgesproken. Ook lezen en schrijven is nauwelijks mogelijk.
Mensen met een globale afasie kunnen vaak wel woorden herkennen. Ze weten wat een woord betekent als er een plaatje bijstaat of als het woord frequent gebruikt wordt. Ze herkennen bijvoorbeeld hun naam of de koppen in een tijdschrift of krant.
Ze kunnen de woorden meestal niet hardop lezen. Mensen met een globale afasie hebben problemen met de betekenisvorm van de taal. Ze hebben moeite met het structureren van ideeën.
Tips voor communicatie bij globale afasie
- Het is belangrijk om bij een globale afasie een rustige omgeving te creëren en oogcontact te hebben. Soms helpt het om iemand zijn hand of arm aan te raken om zijn aandacht te trekken en vast te houden.
- Het is zinvol om bij mensen met een globale afasie veel gebruik te maken van aanwijzen, gebaren en tekenen tijdens het praten.
- Als je bij mensen met ernstige afasie iets vraagt, kun je het beste meerkeuze-vragen stellen. Beperk de vragen tot maximaal vier keuzes, anders kunnen ze je niet meer volgen. Bij het aanbieden van de meerkeuze-vragen kun je mensen laten zien uit welke antwoorden ze kunnen kiezen.
- Ja-nee vragen zijn heel lastige vragen, omdat de intonatie van de vraag vaak het antwoord beïnvloedt.
- Het is ook wenselijk de kernwoorden uit een gesprek op te schrijven of te tekenen. Zo geef je iemand met afasie aanknopingspunten om de lijn van het gesprek vast te houden en begrijpen ze je beter. Ook kunnen ze dan eventueel later met anderen over het onderwerp ’praten’(communiceren).
- Als de mensen woorden kunnen lezen, kan een communicatieboek een uitkomst zijn.
Citaat:
Mijn man Piet heeft een globale afasie. Op een dag roept hij mij (zijn vrouw) terwijl ik in de keuken bezig ben. ”Te, te!” Hij begint druk te wijzen en te gebaren naar de televisie als ik de kamer in kom. ”tetetet, tetetee”. De tv stond gewoon aan en ik dacht dat hij uit moest. Hij kan niet bij de aan/uit knop omdat hij in een rolstoel zit en hulp nodig heeft bij het gaan staan. Hij wordt toch boos op me, de televisie moest weer aan. Ik snapte er niets van. Er was iets met de tv maar wat. Hij bleef maar wijzen op de tv, er moest iets gebeuren. Ik vroeg of het geluid harder moest. ”Ttete”! En hij schudde nee. Of hij een andere zender moest. Dat was het. Ik werd toen een beetje boos, want dat kan hij zelf.
Dus ik zeg nog: hier heb je de afstandsbediening, dat kun je zelf. Wat bleek: de afstandsbediening deed het niet meer, het batterijtje was op. Hij kwam gewoon niet op het idee om mij die afstandsbediening te laten zien en te demonstreren dat hij stuk was.
Bij mensen met een Wernicke afasie gaat het spreken vlot; soms lijkt het wel of er geen einde komt aan de spraakwaterval. De zinnen zijn lang, en kloppen grammaticaal vaak niet.
Bijvoorbeeld: ” Ik zag gisteren toen bij die zaak toch een vrouw op straat te lopen met een dingetje zo’n geval weet je wel”, of: ”Het kind schenkt met de koffie in”. Ook hebben zij moeite met het vinden van woorden. Zij gebruiken flarden van woorden zonder enig verband, foutieve woorden of vervormde woorden.
Het kan voorkomen dat de persoon in plaats van het bedoelde woord een woord zegt dat er qua klank op lijkt of zelfs een nieuw onbestaand woord zegt. Bijvoorbeeld: De persoon wil lamp zeggen en zegt ”stuur” (foutief woord) ”samp” (klankverwisseling) of ”surk” (onbestaand woord) in plaats van lamp.
Het begrijpen van gesproken taal gaat moeilijk. Ook lezen en schrijven geven meestal problemen. Mensen met een Wernicke-afasie zijn zich meestal minder bewust van de fouten die ze maken in de taal.
Tips voor de communicatie
- Hoe meer je tegen mensen met een Wernicke-afasie praat, hoe meer ze tegen je terugpraten. Vaak worden ze boos als ze merken dat ze niet begrepen worden.
- Het is van belang deze mensen niet als kinderen te behandelen, maar korte, gerichte vragen te stellen die je ondersteunt met gebaren, tekeningen of geschreven woorden.
- Probeer de woordenvloed te onderbreken, de draad van hun verhaal te volgen en praat daarover verder. Als je onverwachts of te snel van onderwerp verandert, begrijpen ze je niet.
- Schrijf het gesprek op in trefwoorden.
- Als mensen geen woorden kunnen lezen, kun je proberen de belangrijkste woorden te tekenen.
- Gebruik korte zinnen en pas je mimiek aan aan wat je zegt.
- Denk niet te vlug: ze hebben het wel begrepen. Herhaal het gezegde nog eens op een andere manier, want mensen met een Wernicke-afasie begrijpen lang niet alle woorden.
Beschadigingen van de zenuwcellen, die de gebieden van Broca en Wernicke met elkaar verbinden. Mensen met deze vorm van afasie kunnen taal produceren en begrijpen, maar kunnen niet herhalen wat zij kort daarvoor hebben gehoord.
Een hersenbeschadiging in de hersenbalk of in de zenuwen, die prikkels uit de oren verwerken. Hierdoor is taalbegrip via het gehoor onmogelijk geworden, terwijl toch van doofheid geen sprake is. Gelezen teksten kunnen echter wel gelezen en begrepen worden.
Beschadiging van de verbinding tussen het gebied van de cortex dat de prikkels van de ogen verwerkt en de taalgebieden. Als gevolg hiervan kan geschreven tekst niet worden herkend. Gesproken tekst kan echter wel worden begrepen.