- Emotionele reacties: Als een getroffene zich bewust is van beperkingen die door het hersenletsel zijn ontstaan, kan dit leiden tot verminderd zelfvertrouwen, onzekerheid en gevoelens van eenzaamheid, frustratie en machteloosheid. Hierdoor ontstaan vaak emotionele reacties, zoals huilen, boos worden en soms ook overdreven vrolijkheid. Ook kan het zijn dat de getroffene niet meer in staat is tot het uiten van emotie, het gevoel daarvoor verliest.
- Verminderde controle op impulsen en emoties: mensen zonder hersenletsel hebben doorgaans geleerd om impulsen te onderdrukken. Mensen met hersenletsel kunnen dat niet meer zo goed. Zij uiten daarom sneller hun weerstand tegen dingen die ze niet prettig vinden of die hen irriteren. Het is ook moeilijker om het uiten van emoties te controleren. Zo kan het zijn dat iemand vaker lacht en huilt dan vroeger. Het kan ook meer moeite kosten om met lachen of huilen te stoppen.
- Stemmingswisselingen of blijvende karakterverandering: een direct gevolg van de hersenschade kan zijn dat een getroffene heel verschillende stemmingen kan krijgen: soms is een getroffene depressief en soms ook weer overmatig vrolijk. Andere karakterveranderingen die kunnen optreden zijn: sociaal onaangepast gedrag; vloeken en agressiviteit; verhoogde prikkelbaarheid; veranderd gevoel voor humor.
- Weinig respons of initiatiefloosheid: mensen met hersenletsel zijn zich ervan bewust dat zij een deel van hun zelfredzaamheid hebben verloren. Soms leidt dit tot een verminderd zelfvertrouwen of een negatief zelfbeeld. Daarom nemen mensen met hersenletsel soms weinig initiatief of vertonen ze weinig enthousiaste respons op voorstellen.
- Riskant en overmoedig gedrag kan optreden omdat een getroffene niet meer in staat is om te leren van ervaringen. Hierdoor heeft de getroffene geen juist, een onvolledig of onrealistisch beeld van zijn of haar capaciteiten, waardoor deze denkt dat hij of zij van alles nog wel kan. Ook kan hierdoor buitensporig of riskant gedrag ontstaan doordat de getroffene situaties niet goed inschat of zich niet kan beheersen.
Het doormaken van een hersenletsel is vaak een plotselinge gebeurtenis waarbij iemand niet precies weet welke gevolgen er blijvend zijn en waardoor de getroffene het gevoel kan hebben geen controle meer te hebben. Bijna ieder mens met hersenletsel zal proberen zich terug te vechten naar het ‘oude niveau’. Op de tenen lopen, vallen en opstaan zijn daarvan het gevolg.
Ook de omgeving kan de persoon met hersenletsel fors overschatten of juist onderschatten.