Verslag publieksdag hersentumoren 18 maart j.l.
De presentaties van de publieksdag kunt u vinden op: https://hersentumor.nl/publieksdag/presentaties
In afwachting van de publicatie van de presentaties op www.hersentumor.nl had ik een verslagje geschreven voor degenen die er die dag niet bij konden zijn. Het is een persoonlijk verslag, dat ik niet met de betrokkenen sprekers heb afgestemd. Dus ik hoop dat ik alles goed heb begrepen. Op verschillende plaatsen in de tekst heb ik zelf wat verwijzingen opgenomen naar websites, die geraadpleegd kunnen worden voor een verdere toelichting.
De landelijke publieksdag in Bunnik werd georganiseerd door het LWNO, Hersentumorfonds en de hersentumor contactgroep van patiëntenvereniging hersenletsel.nl.
Ik vond het zelf een heel informatieve dag, met lezingen van betrokken en deskundige sprekers en vooral ook fijne ontmoetingen met lotgenoten, behandelaars en mensen waarmee ik normaal alleen maar via de mail had gecorrespondeerd. Onder andere, Nathalie van de Loo, initiatiefnemer van zullen we samen (https://zullenwesamen.nl/), die tijdens deze publieksdag naast onze stand haar boek onder de aandacht bracht waarmee ze lotgenoten en betrokkenen in de laatste levensfase wil ondersteunen.
Prof. Dr. Jan Heimans vervulde net als andere jaren weer met verve de rol van dagvoorzitter. En praatte de verschillende onderdelen aan elkaar.
Walter Taal
De voorzitter van het LWNO, Dr. Walter Taal, vertelde als eerste preker meer over het belang van advanced care planning, ofwel vroegtijdige zorgplanning, een proces waarbij de patiënt met zijn behandelend arts zijn wensen, doelen en voorkeuren voor zorg rond het levenseinde bespreekt en vastlegt. Ik vind het persoonlijk altijd een moeilijk onderwerp om het over te hebben, maar denk daar inmiddels door wat Walter en anderen vertelden, anders over. Het bespreekbaar en vastleggen van het e.e.a. kan bijdragen aan een betere kwaliteit van leven en daardoor soms ook aan een langere levensduur. Doordat je zoals ik het persoonlijk heb begrepen rust voor je zelf en betrokkenen creëert. En daardoor beter mee om kunt gaan met gevoelens van onzekerheid en angst voor het onbekende.
Walter gaf aan dat het LNWO “advanced care planning” daarom ook expliciet meeneemt in haar richtlijnen en behandelaars ondersteunt met het bespreekbaar maken en vastleggen met informatie brieven (https://lwno.nl/richtlijnen/)
Celine Gathier
Dr. Celine Gathier, neuroloog in het ETZ, gaf aan dat uitzaaiingen in de hersenen (metastasen) de meest voorkomende vorm van hersentumoren zijn met enkele duizenden gevallen per jaar. Metastasen worden ook wel secundaire hersentumoren genoemd, omdat het uitzaaiingen via de bloedbaan zijn van primaire tumoren elders in het lichaam. Bij kankersoorten als longkanker, melanomen en borstkanker komen ze relatief vaak voor. Bij de behandeling van deze kankersoorten neemt men de hersenen daarom soms al mee in scans die worden gemaakt. Meningeomen komen ongeveer 1600 keer per jaar voor. Celine maakte daarbij wel de aantekening dat het dan alleen gaat om de gediagnosticeerde gevallen. Maar dat er daarnaast nog veel mensen rondlopen met een meningeoom, waarvan ze geen weet hebben. De diagnose van een primaire kwaadaardige hersentumor wordt ongeveer 1200 keer per jaar gesteld. (zie ook: https://www.kanker.nl/kankersoorten/hersentumoren/algemeen/wat-is-een-hersentumor)
Celine benadrukte nog eens dat andere neurologische verschijnselen dan hoofdpijn, zoals epilepsie en uitval, vaak gepaard gaan met het hebben van een hersentumor. Het type tumor is in het algemeen bepalend voor de snelheid van groei en verspreiding. De locatie van de tumor is doorgaans bepalend voor de klachten. Celine ging daarna in op de verschillende functionele deelgebieden van de hersenen i.e. de frontaalkwab, de parientaalkwab, temporale kwab en de occipitaalkwab. Voor een meer gedetailleerd overzicht heb ik een link opgenomen naar een website van de hersenstichting (https://www.hersenstichting.nl/de-hersenen/anatomie/).
Er is vaak een relatie tussen de klachten van de patiënt en de locatie waar de tumor zich bevindt. Maar ook andere factoren kunnen bepalend zijn voor de klachten b.v. oedeemvorming rond de tumor. Celine ging ook in op twee vormen van epilepsie i.e. gegeneraliseerd en focaal. Voor meer info verwijs ik graag naar kanker.nl (https://www.kanker.nl/kankersoorten/hersentumoren/gevolgen/epilepsie-bij-hersentumoren)
Het is belangrijk om bij de diagnose vast te stellen om welk type het gaat en waar de tumor zich bevindt. Er wordt bij de analyse van tumorweefsel ook steeds meer aandacht besteed aan DNA mutaties. Zoals in latere presentaties ook naar voren komt, zijn bepaalde DNA mutaties minder or meer gevoelig voor behandeling met chemo. Zodat “targeted therapy”, oftewel meer gerichte behandeling mogelijk is.
Wanneer een operatie mogelijk wordt geacht, kan er gekozen worden voor een biopt (stukje weefsel weghalen) of een hersenoperatie. Bij een hersenoperatie probeert men zoveel mogelijk tumorweefsel te halen met zo veel mogelijk behoud van functies. Onder andere met het oog op dat laatste, worden wakkere operaties uitgevoerd. Dit wordt geïllustreerd m.b.v. een afbeelding van een wakkere operatie van een lotgenoot die met een gitaar op de operatie tafel ligt.
Celine benadrukte hoe belangrijk het is dat bij de behandeling van een hersentumor meerdere medische disciplines betrokken worden. En dat naast het belang van levensverlenging ook het behoud van de kwaliteit van leven besproken wordt met de patiënt. In het geval van de muzikant kon wellicht minder tumorweefsel weggenomen worden, maar kon de patiënt in ieder geval nog gitaar blijven spelen na zijn operatie.
Wanneer er bestraald moet worden, dan wordt er een keuze gemaakt welke methode van bestraling het beste is voor de patiënt. Daarbij wordt bij primaire hersentumoren doorgaans een keuze gemaakt tussen bestraling met fotonen of protonen. Bij metastasen wordt meestal de keuze gemaakt voor stereotactische bestraling. Stereotactische bestraling is bij primaire tumoren vaak geen goede optie, vanwege de vertakkingen, waardoor bij bestraling niet alle delen van de tumor worden meegenomen. Metastasen zijn doorgaans kleine bolletjes die gericht bestraald kunnen worden. Nu nog max 10, maar naar verwachting zal dat maximaal aantal bolletjes dat bestraald wordt groeien naar max 20. Bij de afweging tussen bestraling met fotonen en protonen, wordt gekeken of de tumor goed zichtbaar en afgebakend is. In dat geval is bestraling met protonen in 1 van de 3 behandelcentra in Delft, Maastricht of Groningen een goede optie. In andere gevallen kiest men toch snel voor fotonen. Bij protonen blijkt dat er toch een hogere dosis bestraling van de huid plaatsvindt, de behandeling bij vertakkingen minder effectief zijn en er na behandeling aankleuringen zijn die men nog niet goed kan duiden.
Er loopt op dit moment een GOLD studie waar men in meerdere centra onderzoek doet met een combinatie van meerdere bestraling types. (https://www.kanker.nl/trials/1359-gold—studie-hersentumoren)
Bij het gebruik van medicijnen wordt naast de algemene chemo therapie, gebruik gemaakt van doelgerichte therapie o.b.v. DNA mutaties en immuuntherapie. Voor meer info verwijs ik graag naar kanker.nl (https://www.kanker.nl/kankersoorten/hersentumoren/behandelingen/chemotherapie-bij-hersentumoren)
Celine sloot haar bijdrage af met een pleidooi voor samen beslissen. Wat de beste behandeling is, zal voor iedere patiënt verschillend zijn. Het is goed wanneer de patiënt als de omstandigheden dat toelaten, zelf bepaalt wat hij of zij wel wil en niet (meer) wil. En dit al in een zo vroeg mogelijk stadium aangeeft bij de behandelaars. Zodat daar bij de behandeling al van begin af aan rekening mee kan worden gehouden.
Annette Compter
Voor de presentatie van Annette wil ik graag verwijzen naar een verslag van een lezing die zij eerder bij ons op een landelijke bijeenkomst in Maarn gaf: https://www.hersenletsel.nl/nieuws/landelijke-bijeenkomst-hersentumor-contactgroep-12-februari-met-presentatie-annette-compter-over-leefstijladviezen/
Annette benadrukte het belang van een gezonde leefstijl en voeding, maar gaf tegelijkertijd ook aan dat dit soms voor patiënten heel lastig kan zijn vanwege beperkingen die het gevolg zijn van de tumor en/of de behandeling, b.v. eetlust ten gevolge van slikken van Dexamethason.
Ze ging in op het gebruik van alternatieve/complementaire behandelingen, waarbij ze vooral heeft benadrukt dat de patiënt het gebruik ervan vooral met zijn of haar behandelaar moet bespreken. Het is belangrijk dat voor- en nadelen goed tegen elkaar worden afgewogen. Omdat bijvoorbeeld gebruik van bepaalde complementaire behandelingen ook nadelige effecten kan hebben voor de werking van reguliere behandelingen met chemo.
Annette gaf aan dat het belangrijk is dat er onderzoek wordt gedaan naar het gebruik van complementaire behandelingen, die weliswaar vooralsnog geen effect lijken te hebben qua langere overleving, maar wel kunnen bijdragen aan een betere kwaliteit van leven. Er lopen op dit moment twee onderzoeken naar gebruik van CBD. Eentje in Erasmus MC en een ander in Amsterdam UMC (GRASS).
Wat Annette betreft kunnen we ook een taartje blijven eten. Niet zozeer suikers lijken een boosdoener. Overgewicht in combinatie met te veel suikers heeft net als bij andere aandoeningen een negatieve invloed. Wanneer het lichaam te weinig suikers krijgt loop je het risico dat het de stoffen ergens anders vandaan haalt, wat bijvoorbeeld weer ten koste kan gaan van de spierkracht.
Themasessies
Na de eerste sprekers waren er een aantal themasprekers. Er was veel interesse voor deelname aan lotgenoten contact voor het uitwisselen van ervaringen tussen patiënten, partners en nabestaanden. Als hersentumor contactgroep vervulden we de rol van gespreksleider. Daarom kan ik niets vertellen over de sessies over zingeving / rouwverwerking (Prof. Dr. Yvette M van der Linden, radiotherapeut-oncoloog, bijzonder hoogleraar palliatieve geneeskunde ), Meningeomen (Dr. Tom Snijders, neuroloog), het belang van partneravonden voor hersentumorpatiënten (Marit Eland, Verpleegkundig specialist) en de impact van vermoeidheid bij een laaggradig glioom (Dr. Ellen van Coevorden-van Loon, revalidatiearts). Deze sessies werden na afloop erg goed gewaardeerd.
Nina Schimmers
Na de lunch nam Nina Schimmers ons mee in Psychedelica bij angst/depressie bij kankerpatiënten. Ik ben zelf even zo vrij om een linkje op te nemen naar een site waarop wat meer info staat over gebruik van Psychedelica in GGZ (https://www.ggznieuws.nl/hoe-psychedelica-worden-gebruikt-in-de-geestelijke-gezondheidszorg/)
Kankerpatiënten worden geconfronteerd met verschillende psychologische klachten vanwege hun ziekte, behandelingen en prognoses. Dat uit zich onder meer in depressieve klachten, demoralisatie klachten (zichzelf isoleren, wanhoop), angst gevoelen (toekomst, dood) en aanpassingsstoornissen (reacties die niet direct een relatie lijken te hebben met wat er gebeurt). De psychologische klachten hebben negatieve gevolgen op de kwaliteit van leven en mogelijk ook op de levensduur.
Er wordt weinig onderzoek gedaan naar psychedelica voor een snellere en effectievere behandeling van psychologische klachten bij kankerpatiënten
Qua behandeling zoeken behandelaars hun toevlucht tot antidepressiva en ritalin als medicijnen. En/of psychologische behandelingen. Als medicijnen werken, dan duurt dat soms wel maanden voordat dat het geval is. Bovendien zijn er soms bijverschijnselen als vermoeidheid, hallucinaties e.d. Psychologische behandelingen zijn cognitief belastend, kosten veel energie en het duurt vaak langer voordat je effecten merkt.
Bij patiënten in de palliatieve fase zijn er wel wat gunstige ervaringen met LSD, Psylocybine, Ketamine in combinatie met psychologische behandelingen. Een snelle werking van deze middelen leidt tot minder angst, betere kwaliteit van het leven zonder ernstige bijwerkingen. Nina benadrukt dat je als patiënt vooral niet zelf moet gaan experimenteren. En dat klinisch bewijs voor een goede werking vaak nog ontbreekt. In Nederland loopt nu een kleinschalig onderzoek m.b.t. het gebruik van ketamine.
Martin van den Bent
Prof. Dr. Martin van den Bent begon zijn presentatie Dendritische cellen en apenpoep met een citaat van Mark Twain :”There are 3 kinds of lies: Lies, damned Lies and Statistics”.
Hij toonde aan hoe patiënten valse hoop wordt geboden, door misleidende publicaties over uitkomsten van onderzoeken waarvan resultaten niet representatief zijn.
Hij doet dat aan de hand van twee voorbeelden:
- In het voorbeeld van DCVax, mogen alleen mensen deelnemen die aan bepaalde voorwaarden voldeden (patiënten die al enigszins in goede conditie waren en/of goede prognose hadden), waardoor resultaten al voorspelbaar waren. Normaal gesproken bepaalt men onder deelnemers op basis van loting wie er behandeld worden en wie als referentiegroep die behandeling niet krijgen. In dit geval, kregen deelnemers uit de referentiegroep gedurende het onderzoek alsnog het vaccin. En waren testgegevens vervolgens niet meer representatief.
- In het voorbeeld van het op apenpoep gebaseerde virus, is sprake van een onderzoek dat al meerdere keren in de loop van jaren is uitgevoerd en nooit tot goede resultaten heeft geleid. In Rotterdam werd een nieuwe poging gewaagd met 19 deelnemers. In 1 geval was er sprake van een positief resultaat. En dat ene geval haalde de publiciteit. Wanneer de werking aangetoond moet worden is dus meer onderzoek gewenst. De vraag is natuurlijk of dat er gaat komen, omdat slechts bij 1 patiënt sprake was van een positief resultaat. En wanneer het onderzoek er komt en positieve resultaten oplevert zal het nog veel tijd duren voordat het virus als behandeling kan worden ingezet. Een klinische studie duurt al zo’n 4 tot 5 jaar. De onderzoekers hadden wellicht wat minder de publiciteit op moeten zoeken en de pers had misschien wat kritischer moeten zijn. Inhoudelijk gezien is het interessant of het inspuiten van een virus, een ontstekingsmechanisme in de tumor ontwikkelt en zo bij kan dragen aan een soort immuuntherapie. Maar dat zou dan wetenschappelijk aangetoond moeten worden.
Hersentumoren zijn zeldzame kankers. Daarom wordt er vergeleken met andere kankersoorten ook relatief weinig onderzoek verricht specifiek op het gebied van hersentumoren. Gelukkig wordt er wel degelijk onderzoek verricht en kunnen we meeliften met onderzoeken voor andere hersentumoren. (https://www.kanker.nl/trials?tumour_types%5B0%5D=hersentumoren ) Martin gaf ook aan dat veel uitvindingen bij toeval worden gedaan.
Martin wilde zijn presentatie afsluiten met hoopvol nieuws over een studie met een nieuw middel i.e. Vorasidemib. Het doel van dit onderzoek is om erachter te komen hoe veilig en effectief het nieuwe onderzoeksmiddel Vorasidenib is voor de behandeling van een laaggradig glioom (hersentumor) met een IDH1- of IDH2-genmutatie. Er is een eiwit in de cellen dat IDH (isocitraat dehydrogenase) heet. Er zijn twee hoofdtypes IDH in de cellen van je lichaam: IDH1 en IDH2 genaamd. Bij bepaalde kankertypes, waaronder glioom, kunnen er abnormale veranderingen in het eiwit (mutaties) voorkomen. Wanneer mutatie optreedt bij IDH1 en/of IDH2, produceren ze een te grote hoeveelheid van een bepaalde stof (2-HG). Wanneer 2-HG in grote hoeveelheden aanwezig is, leidt dit tot veranderingen binnen de cellen, met een glioom als mogelijk resultaat. Vorasidenib is een onderzoeksmiddel dat is ontworpen om het abnormale IDH1- en IDH2-eiwit in kankercellen te blokkeren. Vorasidenib kan mogelijk het abnormale IDH1- en/of IDH2-eiwit stoppen en het niveau van 2-HG verlagen wanneer patiënten wat vroeger (voor bestraling en chemo) in de behandeling Vorasidenib krijgen toegediend. (bron: https://www.kanker.nl/trials/1206-indigo–studie-hersentumoren ). De studie is nog niet afgerond, maar vanwege de veelbelovende resultaten tot nu toe zijn al wel gesprekken gestart met de fabrikant met betrekking tot de beschikbaarheid van het middel.
Er is dus hoop voor patiënten met een laaggradig astrocytoom of oligodendroom met een ODH1 of IDH2 mutatie. Maar helaas nog niet voor mensen met andere vormen van hersentumoren.
Na zijn presentatie ontving Martin van een Luitenant Kolonel van het Korps Mariniers de Rudolphie prijs voor zijn verdiensten op het gebied van onderzoek en behandeling van hersentumoren.
Marjolein Geurts
Dr. Marjolein Geurts benadrukte dat de nieuwste inzichten waar ze het over ging hebben, haar persoonlijke inzichten waren.
Ze put hoop uit het feit dat we tumoren steeds beter begrijpen en behandelingen kunnen testen.
Sommige patiënten worden meerder malen geopereerd. Dat levert nieuwe inzichten op. Soms verandert er aan de tumor zelf niets, maar is er iets in de omgeving van de tumor veranderd. Dat zou kunnen betekenen dat we ons misschien meer zouden moeten focussen op de omgeving van de tumor in plaats van de tumor zelf. Verder kunnen eerder uitgevoerde bestralingen en/of chemo de tumor veranderen, waardoor (tussentijds) wellicht andere behandelingskeuzes moeten worden gemaakt.
In de loop van de tijd hebben we tumorcellen ook beter leren kennen. Eerst zagen we slechts een geheel van allemaal verschillende cellen. Sinds 2013 kunnen we de individuele cellen herkennen waaruit het geheel is opgebouwd (single cell). Vanaf 2020 begrijpen we ook meer hoe de individuele cellen zich tot elkaar verhouden (spatial),
Zo zijn we steeds meer in staat om met nieuwe technieken de tumor te ontrafelen en beter te begrijpen. En dat is weer belangrijk voor het testen van en de impact van behandelingen.
Ze noemde voorbeelden van verschillende geneesmiddelen in ontwikkeling(1) de immuuntherapie. Voor glioomgevoelige cellen nog niet zo succesvol als bij andere tumoren (2) doelgerichte therapie op basis van kenmerken van de tumor zoals de IDH mutatie en (3) epi genetische middelen. Sommige soorten kanker kunnen ontstaan door epigenetische veranderingen. Dit komt dan omdat er genen worden aangezet die een rol spelen bij het delen van cellen. Als er teveel van deze cellen aanstaan dan kan er een tumor ontstaan.
Marjolein lichtte toe hoe de ontwikkeltijd van een medicijn in verschillende fases wel zo’n 10-15 jaar in beslag neemt. Omdat men in fases steeds meer zekerheid wil verwerven over de veiligheid voor de patiënt en de effectiviteit van de werking.
Enthousiast vertelde ze dat in Juni op een congres wellicht de resultaten bekend gemaakt worden van het Vorasidenib onderzoek, waar Martin eerder over vertelde. Ze hoopt dat het middel binnen 2 jaar beschikbaar komt voor behandeling. Maar benadrukt dat slechts een deel van de hersentumor patiënten ermee geholpen kan zijn. Voor het overige deel moet nog veel onderzoek worden verricht.
Maar het zou wel degelijk een mijlpaal zijn dat er na vele jaren(18!) een nieuw middel beschikbaar komt in de behandeling van hersentumoren, ook al zal dat ook voor die kleine groep die er baat bij kan hebben tot verschillende dilemma’s leiden omdat er ook mensen nu werden uitgesloten van deelname aan het onderzoek. Hoe gaan we om met patiënten waar toch enige aankleuring is? Hoe gaan we om met mensen die toch al bestraling en chemo hebben gehad ? e.d.
Naast onderzoek met betrekking tot middelen, noemt Marjolein nog de onderzoeken bij andere onderzoeken zoals op het gebied van beeldvorming bij diagnostistiek (MRI, PET e.d.), kwaliteit van het leven (GRIP, GRASS) en STING (epilepsie). Ook is er onderzoek hoe men bij operaties meer weefsel kan weghalen op een veilige manier. Ik vond deze opsomming illustrerend voor het multi disciplinaire denken en handelen binnen /tussen behandelcentra.
Angelika Muhlebner
Prof. dr. Angelika Muhlebner ging in op de moleculaire aspecten van hersentumoren/diagnostiek. Zoals Marjolein in de voorgaande presentatie aangaf leren we de hersentumor steeds beter kennen.
Het vakgebied van de neuropathaloog heeft zich in de loop der jaren behoorlijk ontwikkeld. Eerst werd op basis van het bekijken van weefsel een diagnose gesteld. Daarna werd het weefsel in plakjes gesneden en werd op basis van het bekijken van die plakjes een diagnose gesteld. Technieken werden steeds beter. En in plaats van op basis van plakjes werd op basis van cellen een diagnose gesteld. Tegenwoordig worden ook delen van cellen bekeken zoals de kern en de DNA structuur. En wordt ook een moleculair beeld verkregen van bijvoorbeeld IDH mutaties, en IQ score, eiwitten e.d..
Er bestaat een indeling (WHO classificatie) voor tumoren in het centrale zenuwstelsel. De hersentumoren zijn ingedeeld naar hun groei en gedrag, daarbij wordt gekeken naar kenmerken zoals de hoeveelheid cellen in de tumor (de dichtheid), de grootte van hun celkern, de hoeveelheid bloedvaten en hun patroon, de snelheid waarmee de tumorcellen zich delen, hoe hard de tumor groeit en de manier waarop, en de neiging tot uitzaaien van de tumorcellen. Hierbij wordt ook gekeken naar de genetische kenmerken. (https://www.cyberpoli.nl/hersentumoren/faq/1987)
Het vaststellen van afwijkingen verloopt via microscopisch onderzoek en/of immunologische en DNA-analytische technieken. De pathologische diagnose is van cruciaal belang voor het bepalen van een behandeling.
Angelika gaf aan dat het landschap voor diagnostiek heel erg veranderd en verbeterd is, maar dat het vaak complexe puzzelstukjes zijn op basis waarvan een diagnose en behandelplan moet worden gemaakt. En dat er waarschijnlijk nog generaties overheen gaan voordat we een antwoord hebben op alle vragen.
Tijdens haar presentatie vertelde Angelika dat haar beste vriendin al op jonge leeftijd aan een hersentumor was overleden. Heel recent had ze het hersenweefsel van haar vriendin geanalyseerd en op basis van het weefsel vastgesteld dat ondanks alle ontwikkelingen in de loop der jaren de prognose voor overleving van haar vriendin nu niet beter zou zijn dan toen. Erg indrukwekkend hoe ze haar persoonlijke ervaringen verweefde in haar verhaal.
Na de presentatie van Angelika werd de publieksdag afgesloten door Jan Heimans met een dankwoord aan de organisatie, de sprekers, de technici, de sponsoren en vooral ook aan iedereen die de dag had bijgewoond. De presentaties zijn gepubliceerd op www.hersentumor.nl.
Ik wil nogmaals benadrukken dat dit verslag een persoonlijke interpretatie is van wat ik heb gehoord en begrepen. In die gevallen waar ik mijn aantekeningen wat lastiger kon ontcijferen heb ik geprobeerd op internet relevante informatie te vinden om mijn verslag aan te vullen.
Zaterdag 13 mei a.s. is er een landelijke bijeenkomst van de hersentumor contactgroep van patientenvereniging hersenletsel.nl in Maarn. Jantine Röttgering en Maxine Gorter, arts-onderzoekers neuro-oncologie van het VU MC Amsterdam, geven vanaf 11:00 uur een presentatie over de interventies voor vermoeidheid en cognitieve problemen. En zullen kort ook iets over gebruik CBD vertellen. Beiden zijn als arts-onderzoekers betrokken bij de GRIP studie. Na de gezamenlijke lunch zijn er gespreksgroepen. Voor meer info zie: https://www.hersenletsel.nl/agenda/informatievoorziening-en-lotgenotencontact-hersentumoren-13-mei-in-maarn/?date=13%20mei%202023