Ik had nogal wat hobby’s, vóór ik hersenletsel kreeg. Eén van die hobby’s was koken. Geweldig vond ik dat – tenminste, als ik er de tijd voor had. Eerst snuffelen in allerlei receptenboeken, dan een heerlijk menu samenstellen, familie of vrienden uitnodigen om te komen eten, uitgebreid boodschappen doen om de mooiste groenten en de lekkerste ingrediënten op de kop te tikken, mooie menukaarten maken, de tafel feestelijk dekken en uiteindelijk natuurlijk het koken, opmaken en serveren van de ene na de andere smakelijke gang. Druk? Ja, dat wel. Maar vooral ontspannend – vond ik toen.
Na het ontstaan van mijn hersenletsel was aanvankelijk alles mij te veel – ook koken. De eerste maanden kookte ik helemaal niet; ik was in het rijke bezit van een huisgenoot die dat elke avond voor mij deed. Ik had nauwelijks de energie om een maaltijd te nuttigen en eerlijk gezegd moest ik er niet aan denken dat ik daarnaast nog iets als boodschappen doen of koken voor mijn rekening zou moeten nemen.
Maar langzaam ging het iets beter met mij. En een enkele keer, als ik daar aan het einde van de dag nog de fut voor had, waagde ik mij weer actief in de keuken. De boodschappen waren dan al voor mij gedaan, ik hoefde ‘alleen maar’ een smakelijk maal te bereiden. Gek genoeg zorgde dat voor heel wat stress bij mij, ook al koos ik aanvankelijk voor eenvoudige gerechten die ik ‘vroeger’ al wel honderd keer had klaargemaakt. Het was een soort rare combinatie van enerzijds de sterke wil om dit ‘gewoon’ weer te kunnen en anderzijds de angst, dat dit niet het geval zou blijken te zijn.
En toen werd het december. Al sinds ik heel jong was kookte ik met Kerstmis altijd uitgebreid voor de familie. Lang geleden samen met mijn moeder, toen die nog leefde en later, nadat ze overleden was, deed ik dat zelf. Een diner van minstens 6 gangen, daar draaide ik mijn hand niet voor om. Maar hoe zou dat nu, met mijn hersenletsel, gaan? En wilde ik eigenlijk sowieso wel aan zo’n enorm avontuur (in mijn NAH beleving) beginnen?
Ik besloot ervoor te gaan. In een klein gezelschap, met alleen mijn kinderen. En die wisten allemaal, dat ze misschien zelf ‘aan de bak zouden moeten’ als ik het toch niet zou trekken. Want dat dat zou kunnen gebeuren, dat halverwege het diner mijn accu opeens domweg leeg zou zijn, daarmee hield ik terdege rekening. Maar wie niet waagt, wie niet wint…
Helemaal zelf zocht ik recepten uit. Niet al te ingewikkelde dit jaar. Met veel onderdelen die ik een dag of zelfs 2 dagen van te voren al zou kunnen klaarmaken. Online bestelde ik de boodschappen en die liet ik keurig op 24 december in de ochtend thuis bezorgen. De menukaartjes waren toen al klaar – planning is alles! En toen kon ik aan de slag… eerst zo gespannen als een snaar, maar gaandeweg meer ontspannen: ik had tenslotte de tijd en echte rampen konden eigenlijk niet gebeuren.
Eerste Kerstdag was ik alleen thuis, de kinderen waren bij de schoonfamilie. Een heerlijke lange rustige dag, waarin ik steeds een uurtje bezig was in de keuken en dan weer even pauze nam. Langzaam maar zeker ontstonden een krachtige bouillon, een heerlijke ragout, prachtige rode stoofpeertjes en de lievelingstaart van mijn kroost. Mijn avondeten bestond uit een proeverij van alles wat ik al aan het koken en bakken was geweest. Dat was veelbelovend. Om 8 uur was al heel veel klaar, had ik de keuken weer schoon, draaide de vaatwasser en ging ik, doodmoe maar ook heel voldaan, naar bed. En daarna sliep ik als een roos – wat mij sinds mijn hersenletsel eigenlijk zelden meer lukt…
Na een kerstontbijt en een lekkere rustige tweede Kerstdag kwam het moment van de waarheid: nu kwam het er op aan. Daar werd ik meteen toch weer even nerveus van. Maar omdat ik alles heel goed had voorbereid, kwamen de eerste twee gangen vlot op tafel. Dat was goed voor mijn humeur en mijn zelfvertrouwen. Het hoofdgerecht was nog even spannend, maar uiteindelijk heb ik helemaal zelf (dat waren volgens mijn moeder mijn allereerste woordjes: ‘zelluf doen!’ en kennelijk is dat de aard van het beestje nog steeds, ook met NAH) vijf heerlijke gangen gekookt, opgemaakt en geserveerd. Een prestatie waar ik echt trots op was. En heel blij mee: ‘kijk – anders dan vroeger, maar ik kan het nog!’.
Of ik mij dit jaar opnieuw aan zo’n kookavontuur ga wagen valt nog te bezien. Misschien moet ik mij deze keer gewoon maar eens laten verwennen. In ieder geval wens ik alle lezers hele fijne Kerstdagen toe – met of zonder kokkerellen en diners!