Elke maand deelt Monique over wat haar bezighoudt in haar leven met NAH. Deze keer vertelt ze over haar deelname aan een creatieve cursus bij haar in de regio, en het resultaat van een opdracht.
Dit jaar doe ik weer mee met Lang Leve Kunst Lansingerland bij ons in de regio. Fotograferen, beeldhouwen, schilderen en woordkunst staan op het programma. De cursus is bedoeld om ouderen te enthousiasmeren om zelf kunst te beoefenen en hen door middel van kunst in verbinding met elkaar te brengen. Ook om eenzaamheid tegen te gaan en nieuwe mensen te ontmoeten, en misschien wel nieuwe talenten te ontdekken.
Een opdracht bij woordkunst was: ‘Ga eens een dialoog aan met iets uit je keukenlade of kastje.’ Ik wil jullie graag mijn dialoog laten lezen:
“Dag onderzetter, hoe gaat het met je?”
“Oh, niet zo best. Ik lig hier maar achter in die donkere la, stoffig en eenzaam. Ze zijn mij totaal vergeten.”
“Oei, dat klinkt niet leuk. Hoe kan dit nou?”
“Ja, vroeger was ik altijd in de weer. Ik beschermde de tafel tegen hete pannen en borden. Ik was supertrots op mijn werk. Maar na al dat harde werken ben ik versleten. Mijn randen gingen rafelen en mijn kleuren werden vaal.”
“En op een dag werd ik zomaar vervangen door een glanzend nieuw exemplaar, met van die mooie grafische patronen. Sindsdien heb ik afgedaan en lig ik hier…donker en alleen.”
“Dat is echt heel verdrietig. Heb je nog wel mooie herinneringen?”
“Jazeker, ik herinner mij de lange gezellige avonden. Diners met wel vier of vijf gangen, en daarna nog koffie of thee. Er brandden zelfs kaarsen op tafel. Of die ene keer op het dienblad voor een ontbijt op bed voor de vrouw des huizes. Er lag zelfs een mooie roos op mij, gelukkig zonder doornen. Of tijdens de kinderfeestjes, dan zat ik helemaal onder de limonade en taart, maar het was zo gezellig en druk!’’
“Oh, dat zijn mooie herinneringen zeg! Zou je nog een tweede kans krijgen, denk je?”
“Dat hoop ik wel. Misschien niet op tafel, maar onder een bloempot zou ik nog prima werk kunnen doen. Ik ben dan niet meer perfect, maar ik kan nog wel nuttig zijn.”
“Dat zou zeker fijn zijn. Ik zal eens kijken, je hebt lang genoeg in deze donkere lade gelegen.”
Zo is het ook (soms) als je hersenletsel hebt: dan kun je het gevoel hebben dat je er niet meer toe doet, dat niemand meer op jou zit te wachten, en dat je je beste jaren gehad hebt. Terwijl je toch ook nog een heleboel kunt. Misschien gaat het wat moeizamer, of langzamer, of met wat hulp…maar je hoeft zeker niet eenzaam in een donker hoekje te gaan zitten. Zoek naar mogelijkheden. Kijk naar activiteiten die je nog wel kunt doen.
Want ook al ben je dan niet meer perfect, je kunt nog wel nuttig zijn of je nuttig maken!
Liefs
Just me, Monique