Het leven houdt niet op na een herseninfarct. Als iemand dat weet, dan is het de boomlange dierenarts Peter Bracht wel. Zijn levenslust overwint alles. Dit is deel 5 van Hersenknetter. Hij is jarig vandaag! Tijd voor een dansje.
De mensen die ik onbewust en onbedoeld in het gezicht heb geraakt met mijn zwabberarmen, zijn legio.
Geschreven door: Peter Bracht op 17 juli 2021, fotografie: Toon Bracht
In de nazomer van ‘96 zit ik samen met mijn kersverse verkering in Wollf City, die bijzondere jaren 30 bioscoop in de Utrechtse Voorstraat. De film die we zien is Trainspotting naar het boek van Irvine Welsh (geen Welshman maar een echte Schot) en onder regie van de latere Oscar-winnaar Danny Boyle. De film gaat over een vriendengroep uit Edinburgh (spreek uit Edinbrah). Man, wat komt die film binnen! Niet in het minst door de meer dan uitstekende soundtrack. De kers op de taart is de eindscène, waarin Renton de buit van een grote drugsdeal jat van zijn vrienden en er voor kiest om voortaan een beschaafder en nuttiger leven te gaan leiden. Choose life! Met gejat geld, dat dan weer wel. Terwijl zijn vrienden hun roes uitslapen en maatje Spud, ten gevolge van de zoveelste geweldsuitbarsting van psychopaat Begbie, gewond en huilend toe kijkt, gaat Ren er met de buit in zijn tas vandoor. En op dat moment komt er een song voorbij, waarbij de rillingen door mijn lijf gieren. Op de meest aangename manier. Born Slippy van Underworld.
De vrolijke jaren 90
In het kader van een uitwisseling tussen de veterinaire faculteiten van Utrecht en Glasgow, ben ik twee jaar daarna op een feestje in het rauwe Glasgow. Mijn maatje Lennart en ik zijn in een euforische stemming teruggekeerd van een stiekem uitstapje (want buiten het officiële programma) naar een wedstrijd van Celtic. We blijven de Dj op het feest bestoken met verzoekjes om Born Slippy te draaien en als hij eindelijk toegeeft, kijken de aanwezigen verbijsterd toe hoe wij met onze waanzinnig energieke moves de gehele dansvloer horizontaal, diagonaal en verticaal bestrijken.
We gaan weer terug naar Utrecht. We schrijven najaar 2016. Underworlds Rick Smith (bouwjaar 1959) staat in de grote zaal van de Tivoli achter een batterij aan synthesizers, terwijl Karl Hyde (bouwjaar 1957) met zijn energieke persoonlijkheid de rest van het podium vult. Ze nemen ons tot laat in de avond mee naar een andere wereld en komen thuis met het sluitstuk Born Slippy. Als ik mijn ogen dicht doe, sta ik als student weer in de vrolijke jaren 90, waarin house en techno het nachtleven nieuw leven inbliezen en ik me me onoverwinnelijk voelde en een nimmer aflatende vrolijkheid van me meester had gemaakt.
Fido Dido op de dansvloer
Het is 17 juli 2020 geworden. De dag waarop ik jarig ben. Ik vier mijn 46ste verjaardag met de mensen waar ik zielsveel van houd. Dus je hoeft bepaald geen medelijden met me te hebben, ook al heb ik een aantal jaren geleden een flinke Hersenknetter gekregen. Sinds die tijd heb ik nog weleens geprobeerd om te dansen op Born Slippy. Dat leidt in de meeste gevallen tot grote hilariteit. Fido Dido op de dansvloer. De mensen die ik onbewust en onbedoeld in het gezicht heb geraakt met mijn zwabberarmen, zijn legio. En mijn bovenlijf wil nog wel, maar de linkerarm doet niet mee en springen op mijn linkerbeen (springen is belangrijk bij Born Slippy) zit er ook niet meer in.
En toch voel ik nog steeds die heerlijke rilling door mijn lichaam gaan als deze track voorbij komt.
Drive boy dog boy
Dirty numb angel boy
In the doorway boy
She was a lipstick boy
She was a beautiful boy
And tears boy
And all in your innerspace boy
Ja toch, niet dan?