Elke maand deelt Monique over wat haar bezighoudt in haar leven met NAH. Deze keer vertelt ze over dat ze zich heel even schuldig voelde op het strand.
Van de week overviel mij een soort schuldgevoel toen ik aan het genieten was. Eigenlijk niet een soort schuldgevoel, ik voelde mij terecht heel even schuldig. Verdrietig, geconfronteerd met het leven, de kwetsbaarheid van het leven, de oneerlijkheid van het leven. Ik kreeg een brok in mijn keel en er rolden tranen over mijn wangen.
Ook deed het mij beseffen dat je stomweg MOET genieten van het leven. Je geen dag mag verspillen aan niet-genieten. Hoe klein ook. Hoe simpel ook, geniet ervan.
Op één van de warme dagen die achter ons liggen, lag ik dus op het strand. Die luxe heb ik, dus daar geniet ik dan ook van. Geïnstalleerd op een strandbed met parasol laat ik mij verwarmen door de zon. Ik probeer mij af te sluiten van de andere tig duizend mensen die deze dag ook gekozen hebben om te genieten van een dagje strand.
Ik geniet van de onvervalste mopperende en klagende mensen die langs mij lopen…
“Pfff, wat is het warm.” “Jee, wat is het druk.” “Goh, de zon schijnt een keer in Nederland, moet je zien.” “Pfff, ik word gek van al dat zand.” Duh, dat heb je op een strand.
Ik geniet van mensen die even een pauze nemen tijdens hun fietstocht en genieten van een ijsje. Ook geniet ik van kinderen die spelen met water en zand. Ik geniet van het geluid van de zee en de meeuwen. Kleine dingen, dagelijkse dingen, die je ook kunt waarnemen zonder dat je ervan geniet.
Een oudere dame vraagt of het goed is dat ze naast mij komt liggen. ‘Naast’ is een ruim begrip, zo’n meter of 2 ertussen. Ze heeft een eigen stretcher mee en als ze klaar is, neemt ze een blikje cola. Ze houdt twee jonge meiden staande en vraagt of ze een foto van haar willen maken om naar haar kleinkinderen te sturen. Lachend doen de meiden dit. ‘Alstublieft, mevrouw.’ Ze poseerde lachend met haar hoofd scheef voor de foto met haar blikje cola omhoog. Stiekem verdenk ik haar dat die op Instagram plaatst haha in plaats van voor haar kleinkinderen. Heerlijk toch! Hierna gaat ze de krant lezen. Altijd een uitdaging met wind op het strand en zet ze een zak chips tussen haar benen. Kijk, zo wil ik ook oud worden. Ik schat haar echt eind zeventig.
Hier geniet ik dus van. Mensen kijken.
Een stukje verderop zit een onvervalste Rotterdamse dame met haar vriendin. Ze heeft geen blad voor haar mond en benoemt alles wat ze ziet of wil. “Waar is die lekkere kerel met die witte tanden en dat gespierde lijf, ik wil een bedje en parasol.” Als Mister Beach bij haar is, geeft ze hem ongelikt commentaar dat zijn bedjes te duur zijn en dat ze wel op haar “doos” in het zand gaat zitten, maar wel 2 parasols wil. Die moet hij met dat gespierde lekkere lichaam wel even in de grond slaan. Verder zal ik de andere gesprekken niet uittypen hier, maar geloof mij: ze had een hekel aan de meeuwen!
Ik lig een tijdje te doezelen en rond te kijken als ik een rolstoel met dame erin en vier kinderen voorbij zie komen. Hey, dat is…shit, hoe heet ze nou, die van het theater.
“Hey…hoi…joehoe…halloooo…ja hier…kronkel!”
Ik spring van mijn bedje en loop naar ze toe. “Hoi, sorry, ik ben even je naam kwijt. Ik ben Monique van de Kronkels.” Ze herkent mij niet. “Kronkels,” mompelt ze, “theater….” Ik zie en voel haar onmacht. Ach, meid toch. Ik vraag hoe het met haar gaat, daarna vraag ik het aan haar kinderen. Het gaat niet goed. Ze is ziek, kanker. Ik probeer toch contact te maken met haar. Dat ze lekker aan het strand is, de zon op haar huid, haar kinderen om haar heen. Ze knikt en lacht. Of het echt bij haar binnenkomt, blijft de vraag. Ik klets nog wat met haar kinderen over het theater, over hun moeder en hoe het met mij gaat. Dan geef ik mijn theatervriendin een dikke knuffel en kus en wens haar het beste. Zeg dat ze moet blijven genieten van deze momenten en zwaai haar na.
Ik ga weer liggen op mijn bed. En voel mij weer heel even schuldig. Verdrietig. Kwetsbaar. Waarom? Waarom zij? Ze heeft al zoveel ellende doorstaan en dan ook nog ziek. Antwoord krijg ik niet. Het is niet eerlijk. Een traan rolt over mijn wang. Ik snif en veeg hem weg. Er volgen er meer. In stilte daar op het strand met de zon op mijn huid. Met spelende kinderen om mij heen. Met mensen die genieten, met mensen die mopperen, omdat ze nu eenmaal iets te mopperen moeten hebben.
Ik voel mij heel even schuldig dat ik hier ook lig te genieten. Dat ik (nog) kan genieten. Dat sommige mensen alles te verduren krijgen. Alles voor hun kiezen krijgen.
Ik bedenk mij later op de dag dat ik het ook kan omdenken, dat mijn theatervriendin vandaag ongetwijfeld ook heeft genoten! Genoten van de zon, de zee en het strand. Genoten dat haar kinderen de tijd en moeite hebben genomen om hun moeder mee te nemen. Dat ze genoten heeft, omdat ze nog kan genieten! Genoten heeft als ze zich misschien thuis bedenkt dat ze mij is tegengekomen vandaag.
Niemand weet hoe lang je kan genieten. Dus ik raad iedereen aan om dat vandaag te doen.
Nu!
Op dit moment!
Er is altijd iets om van te genieten…hoe klein ook!
Liefs,
Just me, Monique
*De dag nadat ik mijn theatervriendin ( Miek) tegenkwam op het strand is zij in haar slaap vredig overleden. Lieve Miek rust zacht. Wat ben ik dankbaar dat ik jouw nog een laatste knuffel heb kunnen geven. *