Peter | Vinger gebroken

Peter | Vinger gebroken

Het leven houdt niet op na een herseninfarct. Als iemand dat weet, dan is het de boomlange dierenarts Peter Bracht wel. Zijn levenslust overwint alles. In deze blogpost vertelt Peter over een breuk in zijn vinger en hoe hij daar op zijn manier mee omgaat.

Samen met een aantal andere dierenartsen zit ik in een WhatsApp-groep: ‘eten met die halflamme’. Je begrijpt: we gaan een aantal keer per jaar samen ergens eten en bijpraten. Een mooi voorbeeld van een fijne traditie die is ontstaan na mijn hersenknetter in juni 2017. 

Ik had vrijdagochtend best wel last van mijn hand en pakte de telefoon: ‘Collega, ik heb een röntgenfoto nodig van mijn hand. Ben gisteren gevallen.’ En zo had ik, voordat ik de huisarts belde, al een afspraak voor een foto. 

Na de afspraak bij de huisarts (voor een adviesfoto), fietste ik naar de betreffende collega-dierenarts in de buurt. Ik ging dus niet naar mijn oude praktijk, omdat ze zich daar nogal aan de regeltjes houden, en omdat ik – in tegenstelling tot bij de collega verderop – toch gewoon de volle mep zou moeten betalen. 

Mijn gewaardeerde collega en ik maakten de foto en zagen geen fractuur in een van de middenhandsbeentjes, waar ik bang voor was. Wat we echter over het hoofd zagen is de breuk in het eerste kootje van mijn ringvinger. Op maandag vroeg ik hem via WhatsApp om de foto. Toen ik deze ontving, zag ik het breukje. 

Op aanraden, en na flink aandringen van de belangrijkste vrouwen in mijn leven, mijn meissie en moeder, belde ik dinsdagochtend de huisarts om door te geven dat er toch iets gebroken is. Ik zou via e-mail een afspraak krijgen bij het Antoniushove, een ziekenhuis in de buurt, voor een foto. Die e-mail vond ik pas aan het eind van de middag in onze spambox, dus vanmorgen maakte Chris voor mij de afspraak bij de radiologie om 11.45 uur.

Ik was op tijd en zag hoe de röntgenlaboranten hun best deden om de breuk, ondanks de ring en spasticiteit, zo mooi mogelijk in beeld te krijgen, in drie richtingen. Het klopte dat er dus een breukje in de ringvinger zat, en ik mocht plaatsnemen in de wachtkamer, in afwachting van het plan waar de radioloog mee zou komen.

Het plan was: naar het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag gaan en me daar melden bij de spoedeisende hulp. Het was net gestopt met regenen… tenminste zachtjes, en daar ging ik weer, tekeer op de pedalen van de trike. Naar de stad, naar het ziekenhuis dat ik zo goed ken. Muziek op en de regen negeren. 

De afgelopen zeven jaar ben ik een aantal keer liggend op een brancard binnengereden bij de spoedeisende hulp, dus ik moest nu even zoeken naar de ingang. Ik was meteen aan de beurt. De trouwring moest af. Met een good old Dremel werd mijn ring doorgezaagd. Ik deed zelf de koeling met een 10cc spuit en een bekertje kraanwater. Dit deed mij denken aan de keer dat ik met een van mijn dierenarts-pupillen bij Veterinair Centrum Honselersdijk een paar kiezen trok van een teckel, alleen stonk het toen erger.

Nadat de ring eraf was, gingen de spoedarts en ik in overleg. Wat nu? Het is een mooi breukje, zonder sprake van dislocatie of rotatie, en het is niet intra-articulair. Die hand zal de rest van mijn leven toch niet meer in actie komen, en ik had geen zin in een gespalkte spastische vinger die steeds wil buigen. Dus expectatief. Afwachten maar en bij klachten terugkomen. 

Na een broodje, sapje en een cappuccino reed ik weer noordwaarts om bij de Bijenkorf even naar binnen te glippen voor een kus en een knuffel van mijn meissie.