Het leven houdt niet op na een herseninfarct. Als iemand dat weet, dan is het de boomlange dierenarts Peter Bracht wel. Zijn levenslust overwint alles. In deze blogpost vertelt Peter over de startkreupelheid waar hij last van heeft.
Typisch voor gewrichtspijnlijkheid is de startkreupelheid. Zoals je ziet bij honden met artrose. Na even liggen, gaan de eerste stappen erg moeizaam om na een paar meter veel soepeler te worden. Ik had vorige week donderdagavond na mijn val, behalve pijn aan de gebroken ringvinger, ook veel last van mijn rechterenkel. Mijn niet verlamde enkel dus. En dat uitte zich met name door een duidelijke startkreupelheid.
Ik was die avond gewoon naar de sporthal gefietst voor de training van heren 3. Ik zit dan eigenlijk altijd in een stoel aan de rand van het veld en af en toe loop ik naar de middellijn om aanwijzingen te geven of een andere oefening uit te leggen. Dat loopje ging die avond zeer moeizaam. Net als het loopje naar de uitgang en mijn trik na het vaste uurtje barhangen met the usual suspects. Na mijn Derde Leffe blond 0.0 was het tijd om te gaan.
Het aantrekken van de schoenen ging erg moeizaam en ik kwam nauwelijks op gang. Maar the usual suspects aan de bar lieten het er niet bij. Zij hadden snel door dat ik hulp nodig had in de vorm van een steuntje bij iedere stap met rechts. Bijvoorbeeld van de rugleuning van een barkruk. Al snel stond er een hele rij barkrukken voor mij klaar midden in de bar in forum kwadraat. Een rij die mij ver zou brengen, omdat iedere door mij beleunde kruk snel werd verplaatst naar de voorste plek in de rij. Een prachtig bewijs van improvisatie en vindingrijkheid, voortkomend uit respect en mededogen voor de beperkte trainer/coach. Tekenend voor de sfeer in ons team.
Ze liepen zelfs mee naar buiten om zeker te weten dat ik de trike zou halen en weg zou rijden zonder problemen. Ik werd geholpen bij het sluiten van de gesp aan het riempje van mijn fietshelm. En met een voldaan gevoel en vol van waardering voor deze gasten die echte vrienden en mede-basketbaldiehards zijn. Op het veld en in de kantine.