Lang hield Heleen Grinwis (55) zichzelf een masker voor. Ze wilde niet toegeven aan haar niet-aangeboren hersenletsel. Na jaren van vechten tegen zichzelf, zette ze het masker af. De zoektocht naar haar nieuwe zelf deelt Heleen in haar blogposts. Deze blogpost gaat over haar nieuwe favoriete woord: keuzemenu.
Door mijn instagramaccount zie en hoor ik veel verhalen van lotgenoten en ik ben dankbaar dat ik sommige dingen niet als enige ervaar. Dingen waar ik mee moet omgaan, dingen die me raken, zoals het uiten van emoties.
Toen ik thuiskwam na mijn ziekenhuisopname van een week na mijn cva, was ik vooral in euforie dat ik het had overleefd. Maar al snel kwamen de rare trekjes bovendrijven die ik voorheen nooit had gehad. Deze voor mij vreemde gewoontes waren dan ook mij en mijn directe familie wereldvreemd.
Ze bestonden uit ineens heel emotioneel worden, tieren uit het niets en ongeremd gedrag, zoals door rode stoplichten rijden met de fiets en dan in volle overtuiging dat ik daarboven weleens liet zien dat ik onsterfelijk was. Achteraf gezien levensgevaarlijk, deze fase heeft dan ook niet heel lang geduurd gelukkig. Maar ook vloeken, en dan bedoel ik ook echt vloeken, en dan vooral met het ene woordje k*t. Alles was k*t. En dat ging de gehele dag door. Ik verkleinde het woordje met k*tje bij alles wat er gebeurde of wat er uiteraard niet ging zoals voorheen. En dat was heel veel merkte ik. Al snel na de weken van mijn thuiskomst.
Voor mijn kinderen, toen 18 en 9 jaar oud, was dat woord verboden. Na enkele weken (na een stevig gesprek met mijn vader waar ik nu mee bezig was en wat het nut van dat gevloek met dat woord nou voor nodig was, ik had tenslotte een voorbeeldfunctie met betrekking opvoeding van mijn koters), heb ik het verboden woord vervangen met: “keuzemenu”. Ja, je moet er maar op komen, denk ik nu. Maar het gevoel dat ik bij dit nieuwe woord ook heel hard de ‘k’ kon uitspreken, vervulde me nog het meest.
Ik kon ineens uit mijn slof schieten en dan ook flink. Als voorbeeld: mijn zoon zakte op twee tiende punt voor zijn havo-examen. Ik vond het zo erg voor hem. Toen ik zijn ogen vochtig zag worden en dat hij op dat moment zijn tranen van teleurstelling wegdrukte, dat ik hem omhelsde en zei dat hij het toch goed gedaan had ondanks dat keuzemenujaar en dat ik trots op hem was. Tegelijkertijd schopte ik uit emoties tegen een poef aan en riep ik het woord ‘keuzemenu’ heel hard uit met als gevolg een gebroken teen.
Sinds het gebeuren ben ik nog meer een emotionele jankerd geworden. Situaties die me bevangen, worden al snel met tranen en stemverheffing verweven, daar ik op dat moment niet goed weet om te gaan met het gevoel. Regulatietherapie genoeg gehad, maar helaas: dat ik sneller emotioneel ben, is een feit. Ik kan al huilen als ik iets moois zie in de natuur of bij een fijn gevoel, maar ook bij mindere momenten waarin ik mezelf gelijk voel aangevallen op de een of andere manier.
Naast het tieren ben ik ook heel goed door emoties te ervaren die me raken op dat moment. Dan bijt ik op mijn wangen, zodat ik maar niets zeg.
Dat emotionele aspect van verandering door die kortsluiting in de bovenkamer, dat wordt er niet bij gezegd dat dat ook een gevolg kan zijn. Herkennen jullie je hier ook in? Zo ja, hoe gaan jullie ermee om?
Het was weer fijn om mijn ervaring te kunnen en mogen delen.
Lieve groet,
Heleen
@rauwismijnrouw