John | Ambulanceverpleegkundige en naaste

John | Ambulanceverpleegkundige en naaste

John Joosten is ambulanceverpleegkundige en ‘rapid responder’ bij Ambulancezorg Limburg. Op diverse platforms deelt hij geregeld geanonimiseerde casuïstiek. In HM 3 2023 plaatsten wij een van zijn blogs, omdat het betrekking heeft op niet-aangeboren hersenletsel (NAH). In dit ervaringsverhaal naar aanleiding van een blogpost lees je hoe John bekender met dit onderwerp zou worden dan hem lief is.

Als donderslag bij heldere hemel

De dag begon zo routinematig als altijd. Mevrouw had zich gedoucht en aangekleed. Tijdens het aankleden voelt ze zich plots niet goed. Dat niet goed voelen bestaat uit draaierigheid, duizeligheid en misselijkheid. Even rusten helpt niet. Wellicht komt het doordat ze nog niet gegeten heeft. Echter, de klachten nemen snel in hevigheid toe. Ze voelt zich enorm beroerd. De misselijkheid slaat om in hevig braken. Er is geen hoofdpijn. De wereld om haar heen draait rond, in dusdanige hevigheid dat ze binnen enkele minuten tot niets meer in staat is.

Mevrouw ligt op haar zijde. Ze is wel goed aanspreekbaar en ligt stil met gesloten ogen. Ze voelt zich intens ziek. Bij onderzoek is de ademweg vrij, de ademhaling is normaal. Ze heeft een reguliere polsslag van 70/min en de bloeddruk is 140/70. In het bewustzijn is mevrouw aanspreekbaar. Ze heeft geen perifere uitval, dus geen beeld van krachtsverlies of verlamming, afasie.

Lopen lukt niet door de extreme draaiduizeligheid. Er zijn geen oorsuizingen of gehoorverlies. De pupillen zijn rond, gelijk en reageren op licht. Er is geen dwangstand en geen nystagmus (snelle horizontale oogbewegingen). De glucose is verhoogd. Later blijkt dit te wijten aan de stressreactie van het lichaam.

Zoeken naar de oorzaak van de draaiduizeligheid

Wat is er aan de hand? Is hier sprake van vertigo (draaiduizeligheid)? Minder waarschijnlijk, omdat er dan vaak sprake is van nystagmus, die nu echter ontbreekt. Is het een symptoom bij de ziekte van Ménière? Er is dan vaak ook sprake van gehoorverlies en oorsuizingen. Dit is nu minder waarschijnlijk. We zien dit beeld van acute draaiduizeligheid echter ook bij een cerebrovasculair accident (CVA) in het achterste stroomgebied van de hersenen. Het is zo zonder beeldvorming en specifiek onderzoek niet te duiden. 

Vanuit de neurologie is het streven om laagdrempelig deze patiënten te presenteren op de spoedeisende hulp voor verder neurologisch onderzoek. Vanuit de ambulancezorg is het belangrijk om de routing goed in gang te zetten. Mevrouw krijgt een infuus en een middel om het braken te remmen.

Bezoek aan de spoed

Mevrouw wordt naar de spoed gebracht. Vrij snel volgt na een eerste onderzoek door de SEH-arts een CT-scan. Hier wordt gelukkig geen bloeding of ruimte-innemend proces gezien. Wel behoudt de radioloog enige twijfel over een klein gebied dat mogelijk tekenen van ischemie vertoont. Het ECG vertoont geen acute afwijkingen. Er zijn geen ritmestoornissen. Dit is belangrijk, omdat atriumfibrilleren (onregelmatige hartslag) stolsels kan veroorzaken die in de bloedbaan kunnen komen en op die manier een bloedvat kunnen afsluiten. Mevrouw gaat direct met antistollingsmiddelen beginnen en wordt op de brain care unit opgenomen. Daar worden alle vitale parameters goed bewaakt. Op een later moment zal poliklinisch een MRI gemaakt worden. Voor nu volstaat de behandeling met antistollingsmiddelen.

Een uur of 14-15 na het ontstaan van de eerste klachten begint zich herstel af te tekenen. De duizeligheid en misselijkheid nemen af. Een bijna weldaad voor mevrouw, na zo lang zo beroerd te zijn geweest. Ze knapt goed op, is weer mobiel en er is geen perifere uitval. Als de neuroloog de volgende dag mevrouw ziet, wordt er opnieuw lichamelijk onderzoek gedaan. In de loop van de middag is de situatie dusdanig hersteld dat mevrouw naar huis mag. En dat is natuurlijk al fijn.

Restverschijnselen bij thuiskomst

Er lijken dus geen restverschijnselen. Echter, de schijn bedriegt. Eenmaal thuis wordt snel duidelijk dat alles anders is geworden. Snelle vermoeidheid, een beperkte actieradius en klachten van licht in het hoofd bij te veel prikkels. Een ongrijpbaar iets. Je hebt er geen invloed op. Bij de controle en uitslag van de MRI vraagt de neuroloog hoe de afgelopen 14 dagen verlopen zijn. Hier worden de bovengenoemde klachten benoemd. Ze geeft aan dat de MRI geen aanvullende duidelijkheid geeft over wat er gebeurd is. Aanvankelijk is er opluchting, maar dit is van korte duur. 

De neuroloog geeft aan dat, met de huidige klachten in combinatie met hoe het begonnen is, er sprake is van een CVA in het achterste stroomgebied. In dit geval een TIA (Trans Ischemic Attack), een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. De gevolgen en het herstel kunnen zijn zoals bij een aantoonbaar herseninfarct. Dit valt zwaar, ook al had ze gemerkt dat het dagelijks leven niet meer ging zoals voorheen.

Voor de buitenwereld lijkt er niets veranderd

Mevrouw is verpleegkundige van beroep en zou het liefst zo snel mogelijk weer aan het werk gaan, maar voorlopig is dit nog geen optie. Ze blijft echter niet stilzitten. Fysiotherapie en ergotherapie worden ingezet, maar vooral zet ze zelf de schouders eronder. Balans zoeken in mentale en fysieke belasting. Ze staat er positief in en wil vooruit. De ene dag lukt het beter dan de andere. 

Ze gaat af en toe naar de afdeling waar ze werkt, graag wil ze in verbinding blijven. Ze ontvangt veel ondersteuning vanuit haar afdeling, hier is ze dankbaar voor. Al meer dan 38 jaar werkt ze als verpleegkundige in het ziekenhuis, waar ze nu als patiënt was. Aan de buitenkant is niets aan haar te zien, zoals bij zoveel mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Voor de buitenwereld lijkt er niets veranderd. “Je ziet er goed uit.” Dat klopt, dat is de buitenzijde, in het brein is het een ander verhaal.

“De mevrouw is mijn echtgenote”

Haar man is ambulanceverpleegkundige en was thuis op het moment dat het gebeurde. Het acute beeld is iets wat hij vaker gezien heeft. Laagdrempelig worden deze patiënten ingestuurd. Ineens zit hij hier in een andere rol, in de rol van partner. Toch schiet de actiemodus meteen aan. Hij overlegt met de SEH-arts, regelt een ambulance en prikt zelf het infuus. Later komen daar de zorgen en het verdriet bij, ook voor de rest van het gezin. Het is een vreemde gewaarwording, het lijkt onwerkelijk wat er gebeurd is. Die ambulanceverpleegkundige en tegelijkertijd naaste ben ik. De mevrouw is mijn echtgenote.

We zijn nu ruim twee maanden verder. Fysiek is er een positieve ontwikkeling in belastbaarheid. Mentale belasting gaat soms beter en soms minder. Functioneren zoals voorheen is er nog niet. We hopen op herstel wat in de toekomst therapeutische activiteiten mogelijk kan maken. Het is een weg van geduld, maar ook van frustratie en zorg. Gelukkig kunnen we die zorg samen delen. We staan er samen als gezin positief in. Gelukkig is er geen perifere uitval. Het had erger kunnen zijn, dat realiseren we ons heel goed. Het zijn elementen die maken dat we ook dankbaar zijn.

 

Koop het nieuwste Hersenletsel Magazine in onze webwinkel.

Dit artikel verscheen eerder in Hersenletsel Magazine nr. 3 2023.