Het leven houdt niet op na een herseninfarct. Als iemand dat weet, dan is het de boomlange dierenarts Peter Bracht wel. Zijn levenslust overwint alles. In deze blogpost vertelt Peter over een negatief tramavontuur.
Gisteravond had ik een leuk uitje in Zoetermeer. Dus met de trike naar de halte Voorburg ‘t Loo. Trap op en instappen maar. In de randstadrail. Metrolijn E naar Rotterdam en lijn 3 of 4 van de HTM naar good old Zoetermeer over het traject van de voormalige Zoetermeer-stadslijn. Ik stap niet graag in die witte trams die soms ook ingezet worden op lijn 2 tussen Loosduinen en Leidschendam. Ik vind het onhandige trams voor mensen met een beperking. Voor mij de start van een tramavontuur.
Ik neem plaats op zo’n klapstoel tegenover een jonge moeder met een kinderwagen met daarin een werkelijk prachtig kind. Speen in de mond, haar in de krul, licht getint. Te schattig. Bij halte Leidschenveen stapt een stel in met kinderwagen en 2 grote rolkoffers. De man wil de ruimte die ik inneem met mijn lange benen gebruiken en vraagt of ik verderop wil plaatsnemen. Ik trek mijn linker broekspijp op en zeg tikkend tegen mijn orthese dat ik niet goed ter been ben en niet graag opsta en loop in een rijdende tram. Bij de volgende halte zal ik even ergens anders gaan zitten en ik blijf zitten.
Na enkele tellen stilte is de man het zat en ramt de rolkoffers langs mijn benen en sommeert mij nogmaals om elders plaats te nemen. ‘Laten wij wel een beetje aardig blijven,’ zeg ik met enige stemverheffing en ik sta op en steek twee ongemakkelijke stappen over naar een klapstoel aan de overkant, terwijl ik mij vasthoud aan een paal.
Vervolgens gaat hij de komende minuten tekeer over mij tegen zijn partner met de kinderwagen, waarbij regelmatig het woord ‘cazzo‘ valt. Hij is duidelijk van de leg, niet gewend aan tegenspraak in welke vorm dan ook. Bij halte Voorweg Laag stappen ze uit . Terwijl hij mij met een lelijke blik vol haat aankijkt, kan ik het niet laten te roepen: ‘Wie is hier nou de cazzo, jij of ik?!’
Om mij heen klinkt gegrinnik en gegniffel en hij kijkt nog bozer. En weg is hij. Een halte verder stap ik uit. Eigenlijk een halte te vroeg, omdat ik zin had het gehele stadshart van Zoetermeer te doorlopen. Op weg naar een hele gezellige avond met 2 jeugdvrienden. Ik hoop dat die gast na dit tramavontuur een onwaarschijnlijke rotavond heeft gehad op weg naar een bestemming waar hij nog veel ruzie gaat maken met mensen die hun handdoek op de ligbedden bij het zwembad alvast hebben neergelegd.