Frank is een van de nieuwe bloggers bij Hersenletsel.nl. In de coronaperiode ging hij op vakantie in de omgeving van Luxemburg en Duitsland. Dit bleek een levensveranderende vakantie voor Frank en zijn partner, want hij kreeg last van hoofdpijn en andere verschijnselen.
In ‘alle rust’ zijn we naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met Eerste Hulp gereden. Het was ondertussen middag. Veel tijd hebben we niet hoeven te wachten en voor ik het wist lag ik in een CT-scanner. Naast de ervaringen op de camping was dit de tweede confrontatie met mijn problemen. De zuster vroeg of ik mee kon lopen naar de scanner vanuit de Eerste Hulp.
Uitslag van de CT-scan
Nu lukte dat aardig, maar zij liep links voor me en ik ben echt nog nooit binnen een paar tellen zo misselijk geworden als toen. Het idee dat er iemand moet zijn, dat je die persoon hoort, dat je haar een paar tellen eerder gezien hebt. En dan is ze weg, foetsie, verdwenen.
Niet echt natuurlijk, maar in mijn hoofd wel. De gang was leeg, de muren liepen door, maar de verpleegster was verdwenen. Nog eens goed kijken, knipperen, de muur vastgrijpen. Gelukkig was ze weer terug, nadat ik met mijn hoofd draaide.
Uitslag en rijden in het buitenland
De uitslag van de scan was er snel. “U heeft een cyste in het hoofd en mogelijk een bloeding, want we zien er nog iets achter.” Dat moet even bezinken natuurlijk. Het paste bij de verschijnselen. “We kunnen u hier niet behandelen, dus u moet door naar een academisch en specialistisch ziekenhuis.”
Natuurlijk, dat ook nog. Weer terug de auto in met mijn vrouw die niet van rijden in het buitenland houdt. Haar moest ik toch laten rijden, want ik was al zo moe. Mijn vrouw en ik hadden het er over welk adres we nodig hadden. We waren het adres al aan het instellen op Google Maps, maar dat was niet nodig. Geen minuut later stond het spoedteam al binnen.
Op wel naar plek nummer twee van de dag
Blijkbaar gaan dingen op de achtergrond in ziekenhuizen veel sneller en grondiger (zeker in Duitsland). Ook ben je elke vorm van realiteitszin kwijt in dit soort situaties. Voor ik het wist, lag ik in een ambulance en was ik op weg naar plek nummer 2 van deze dag.
Ja, je zal achteraf zeggen: ‘Hoe dom kan je zijn?’, maar zelfs toen de artsen en het ambulancepersoneel tegen mijn vrouw zeiden dat ze beter eerst terug kon gaan naar de camping om onze spullen te halen, ging er nog geen echt alarmlampje branden over de ernst van de situatie. Het gecommuniceerde ‘Hij zal waarschijnlijk toch wel even in het ziekenhuis moeten blijven’ kwam niet aan.
Zwaailichten en sirenes
Ik weet nog goed dat ik me rot schrok toen de ambulance startte en direct met zwaailicht en sirene vertrok. Met de notartz en de verplegers was niet echt een gesprek te voeren. Ik appte mijn vrouw, ook een beetje om haar gerust te stellen: “Ze rijden als idioten met zwaailicht en sirenes, maar dat had voor mij niet gehoeven.” Wat wist ik op dat moment van de ernst van de situatie.
Wachten op de brancard
Aangekomen in Trier, ritje van dik 70 kilometer, leek er even geen ruimte voor me te zijn en moest ik in de gang op de brancard wachten. Er kwam een heli binnen met verkeersslachtoffers. Ergens op de gang hoorde ik een overdracht. Met tussen de 80 en 100 kilometer per uur tegen een boom. Tja, dacht ik, dan lig ik hier nog best even prima met mijn hoofdpijn. Nog steeds was de boodschap niet helemaal aangekomen.
Ondertussen bleek er een arts opgeroepen van neurologie/neurochirurgie. Hoewel ik me in het Duits best redelijk kan redden, was ik enorm blij dat deze arts uit België kwam en hier werkte en Nederlands sprak. Het horen van je moederstaal is toch een opluchting in dit soort situaties.
Het eerste wat men wilde na het zien van de scan beelden uit ziekenhuis 1 was een CT-scan met contrastvloeistof. Dit om de eventuele bloedingen goed in beeld te hebben. Dus ook scan twee was binnen no-time in gang gezet.
Beschermen tegen slecht nieuws
Deze arts was best duidelijk, maar men heeft me uiteindelijk ik weet niet hoe vaak in de hierop volgende dagen nog heeft moeten vertellen dat ik een herseninfarct had gehad. Het is echt raar dat je jezelf beschermt tegen slecht nieuws door het min of meer weg te stoppen. Een overlevingsmechanisme was werking gezet door de omstandigheden.
Het infarct was in het achterste deel van mijn hersenen, waar inderdaad het visuele deel en de beeldverwerking gebeurt. De symptomen die ik ervaarde, pasten goed bij wat de scans lieten zien. Maar men had ook een fors aneurysma op de beelden gezien in hetzelfde gebied. Dat was wat ziekenhuis 1 als cyste had gezien.
Lekker aan het appen met mijn vrouw
Ik moest blijven en naar de specialistische IC. Nu moet ik erbij vertellen dat ik me dus absoluut niet beroerd of heel erg ziek voelde. Natuurlijk waren ondertussen de nodig medicamenten toegediend en helpt dat ook, maar ik kan oprecht zeggen dat ik nog steeds lekker rechtop zat en met mijn vrouw aan het appen was. Zij was ondertussen via de camping met mijn spullen naar ziekenhuis 2 in Trier gekomen en samen kregen we deze uitslag. Dit was ook het moment om afscheid te nemen, want het was ondertussen laat.
PS. Het contrastmiddel van de CT-scan is wel bijzonder. Zeker voor een man. Zodra de vloeistof in je aderen komt, gaat het branden Dit is een heel warm gevoel. Het indrukwekkendste is echter de letterlijke warmte-explosie die door je lijf gaat op het moment dat het door je hart heen gaat en naar alle lichaamsdelen wordt verspreid. Ik begrijp misschien een beetje mijn vrouw in de overgang met de opvliegers.
Kun je niet wachten op de volgende blogpost van Frank? Bezoek dan zijn blog en lees alvast zijn andere verhalen: https://hemianopsie.wordpress.com/.
Lees ook: Frank | Duitsland, de eerste dagen