Tekst door Rixt Ytsma.
In de rubriek ‘Bijzondere kinderen’ van het blad Beter Begeleiden word een bijzondere of zeldzame aandoening, stoornis of eigenschap bij kinderen belicht, waarmee begeleiders in het onderwijs in hun werk te maken kunnen krijgen. Wat houdt het in, hoe ga je ermee om en wat hebben deze kinderen nodig? Deze keer: niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij kinderen.
Hoe vaak komt NAH bij kinderen voor?
In 2021 waren er bij huisartsen maar liefst 760.200 mensen met NAH bekend (tinyurl.com/NAHcijfers). Jaarlijks lopen naar schatting 85.000 mensen traumatisch hersenletsel op (tinyurl.com/Cijferstraumatischhersenletsel). In 2014 bleek uit cijfers dat er jaarlijks ruim 19.000 kinderen met hersenletsel bijkwamen (tinyurl.com/NAHkinderen). Hoe vaak NAH bij kinderen anno 2023 voorkomt, is niet precies bekend.
Wat merk je aan het kind met NAH?
In eerste instantie zie je vaak niet zoveel aan deze kinderen (als ze geen andere fysieke beperking hebben die het gevolg is van bijvoorbeeld een ongeluk of operatie waarbij ze ook NAH opliepen.) Veel kinderen met NAH krijgen wel sneller hoofdpijn, zien vaker bleek, zijn vergeetachtiger en worden eerder moe. Ook raken zij eerder overprikkeld, bijvoorbeeld door geluiden, geuren of drukke gangen in de school. Heeft het kind gedurende de schooltijd een hersenbeschadiging opgelopen, dan merken leraren waarschijnlijk het verschil tussen ‘ervoor’ en ‘erna’: gedrag en prestaties kunnen veranderen.
Wat zijn de gevolgen voor het leerproces?
Dat is per kind verschillend en hangt onder meer af van de plek in het brein die is beschadigd en de leeftijd waarop de hersenschade ontstond. (Hoe jonger, hoe meer restverschijnselen.) Meestal verloopt de ontwikkeling van kinderen met NAH anders, doordat hun brein niet meer zo snel werkt. Het onthouden van informatie of lesstof gaat hierdoor moeizamer. Bovendien kunnen sommige kinderen niet hele dagen naar school, omdat dit te vermoeiend is. Ook het ontwikkelen van de executieve functies – denk aan plannen, organiseren, inhibitie en emotieregulering – is niet vanzelfsprekend meer.
Wat heeft het kind met NAH nodig van leraren en begeleiders?
Het is essentieel dat je kennis hebt over de aandoening. Het contact met ouders is heel belangrijk: zij kunnen informatie geven over wat hun kind nodig heeft. En het kind zelf kan dit natuurlijk ook aangeven. Didactische en organisatorische aanpassingen zijn vaak noodzakelijk. Denk aan: korte instructie, vaker herhalen van lesstof, mondeling afnemen van toetsen (als schrijven niet meer lukt), niet meer dan één toets per dag, extra tijd geven of het kind in afzondering laten werken, extra hulp bieden bij het verder ontwikkelen van de execu tieve functies. Ambulant begeleiders gym kunnen soms ondersteunen bij de bewegingslessen; de methode Lukt-UT bevat aangepaste gymlessen. Houd er ook rekening mee dat de belastbaarheid per dag kan variëren. Maatwerk is belangrijk. Sommige kinderen hebben baat bij extra ondersteuning van bijvoorbeeld de onderwijsassistent of bij voorgestructureerde weektaken. Andere bij een verkort rooster; bespreek de mogelijkheden met de leerplichtambtenaar en het samenwerkingsverband.
Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) van Ziezon kunnen scholen begeleiden en ervoor zorgen dat de doorgaande leerlijn van het kind is gegarandeerd. Wanneer een kind niet (hele dagen) naar school kan, kan er via KlasseContact les gegeven worden. In het voortgezet onderwijs kun je ook LessonUP gebruiken, waarmee lessen (opnieuw) gevolgd kunnen worden. De aansluiting met de klas bevorderen kan ook via een groepsapp, videobellen, een blog of vlog. De inzet is echter altijd dat kinderen (weer) naar school gaan, al is het maar voor een uurtje per dag. Bij de overstap naar een volgende klas of school is het essentieel dat klasgenoten en leraren geïnformeerd worden over NAH. Gebeurt dat niet, dan is de kans groot dat een kind wordt overschat, waardoor het risico op hoofdpijnklachten, gedragsproblemen, verzuim en achterstand groeit.
Bij klasgenoten is er vaak veel onwetendheid over NAH. Het is daarom goed als het kind met NAH zelf hierover vertelt, bijvoorbeeld in een spreekbeurt.
Moeder Marjan Hoekstra: ‘Mijn dochter Julia Mantingh, nu tien, was acht jaar toen zij werd aangereden. Haar NAH heeft alles veranderd wat school betreft! Eerst zat ze op een reguliere school, drie minuten van ons huis vandaan. Nu moet ze dertig kilometer reizen naar een school voor speciaal onderwijs. Daar heeft ze het enorm naar haar zin, al zie ik de vermoeidheid van de lange dagen: ze vertrekt om 8.00 uur en is pas om 16.00 uur weer thuis. Het is fijn dat ze op school kijken wat bij haar past. Zo maakt ze dictees op de laptop, omdat dit beter gaat. En bij rekenen is gekeken naar een methode die passend is. Als ik Julia zelf vraag wat haar NAH heeft veranderd op school, geeft ze onder meer aan dat het in haar oude klas te druk was. Nu gaat het beter, al heeft zij nog vaak hoofdpijn. De dagen op school duren haar te lang en de uitleg gaat soms te snel. Wel vindt ze het fijn dat zij op school vrienden heeft en elke dag extra mag rusten. Al kan ze soms nog wel meer rust gebruiken. Ze zou ook meer individuele aandacht willen. En ze zegt: “Ik heb wel hersenletsel, maar ik ben niet dom!” Ze kan dingen heel goed uitleggen als je haar een kans geeft.’
Meer informatie
- Hersenletsel.nl, Hersenletsel bij kinderen en jongeren
- hersenletsel-uitleg.nl
- kinderneurologie.eu
- hersenstichting.nl
- hersenschudding.nl
- breinlijn.nl
- breinsupport.nl
- herseninstituut.nl
- Podcast aflevering Terug naar school NAH
Dit artikel is in september 2023 verschenen in Beter Begeleiden, een uitgave van de LBBO.